The Pieter van der Pols Papers
Pagina 18

klik om het afschrift te zien



heid te onderhouden, de geesten op te wekken, etc...

Nu zal afscheid nemen van het voorbije jaar
1749. Het is een gezegend jaar geweest van seizoen, maar
(er waren) geen appelen hier in het land, maar (wel) koren en vlas, een schoon
gewas en (het werd zo) schoon en droog geoogst als ik het in
heel mijn leven nog niet beleefd heb. Het begon
met enkelen die het eerst aan het hooi
maaien waren. Vervolgens heeft het een dag of 10 geregend.
Toen ging het aan het drogen (en wel zo) dat al het hooi thuis was
en het zaad gedorst, zonder een drop regen. De tarwe
gemaaid en gement (?) zonder regen, bij behoorlijk weer, zonder
(al te) grote hitte. Het land is hard gebleven tot het
einde toe en (we hebben) een kostelijke zaaitijd (gehad). De watermolens
zijn voor nieuwjaar 1750 niet in het zeil ge-
weest en ze hebben voor half februari 1750
niet hoeven te malen. Is dat niet wat zeldzaams?
Maar de andere kant van de weegschaal: voor het rundvee is het een
droevige zomer geweest. Ik heb het begin aan-
gehaald op bladzijde 33 de 4e regel, want het als

(Opmerking: Het oorspronkelijke manuscript van Pieter van der
Pols kende waarschijnlijk meer en kleinere blaadjes dan de transcriptie
op foliovellen van Hazewinkel. De pagina 33, 4e regel van Pieter van der Pols
correspondeert waarschijnlijk met Hazewinkels pagina 9, 6e regel van onder).

bij een overstroming. Niemand wordt overgeslagen. Die onge-
beterde (= de pest nog niet overwonnen hebbende) beesten hadden zo fyement en zo brandig.
Ik geloof niet dat er van de 10 een overgeschoten is. Ik
had er weer 2, beide weg en dat voor de vierde keer. Ik
heb er weer een gekocht, een gebeterd (= de pest overleefd hebbend) dier, maar het is maar
een twijfelaar voor 87-3 (= 87 guldens, 3 stuivers). Het is maar een brabantse vaars.
Ik heb er wel vier voor kunnen kopen en (ik heb er) ook wel
(vier stuks) voor (die prijs) verkocht die beter waren dan deze maar
toen was het een andere tijd. Toen kocht men voor 3 st(uivers)
een stuk boter, de kaas 2 pond voor 5 duiten. Toen was
het al te goedkoop en nu is het te duur. Het dient wel
opgeschreven te worden: wie heeft in zijn leven over de
f300 voor een koe horen geven, zoals men nu hoort
en ziet. f500 is gewoon (geworden) voor een paar koeien.
Maar om u te vertellen hoe het kwam dat ze zoveel
geld voor een sterfelijk beest gaven: het was omdat
ze gebeterd waren en van de pestziekte bevrijd
waren. Geschreven op de 22e maart 1750: nu stilstand (wat betreft de pest)
hier te lande, maar op andere plaatsen grasseert het
nog, zoals achter de stad en in de Dordtse Lage
Waard. God weet hoe lang (nog).
Ik moet ook niet vergeten dat de grote klok van

vorige pagina
volgende pagina

startpagina